Geert de Jong

Korporaal der eerste klasse Geert: vorig jaar nog op uitzending in Afghanistan en nu stage lopend bij dementerende ouderen in de Jan de Witkliniek in Bakel. Het leven neemt soms verrassende wendingen.
"Op de middelbare school wist ik dat ik in dienst wilde. Ik was klaar met school, maar nog niet oud genoeg voor defensie. Ter overbrugging begon ik met een ICT-opleiding, maar daar lag mijn hart niet. Ik meldde me aan bij defensie en werd aangenomen. Daar heb ik allerlei medische opleidingen gedaan, zoals first responder en medic. Nu werk ik in een geneeskundige eenheid als commandant Boxer-ambulance/geneeskundig verzorger. Ik vind het fijn om voor mensen klaar te staan en hulp te bieden."


"Door de vorderende dementie, raken zij zichzelf kwijt. Ik vind het fijn dat ik deze ouderen het gevoel kan geven dat ze nog meetellen."



"Na een missie in Afghanistan ging ik in november vorig jaar met verlof. Na mijn verlof mocht ik van defensie een opleiding doen. Mijn doel is om (sergeant) militair verpleegkundige te worden. Hiervoor heb ik een diploma verzorgende IG nodig en een stageplaats. Ik ken mensen die hier werken en koos voor de Zorgboog. De ouderenzorg is voor mij misschien geen logische keuze, maar ik wil op deze manier iets terug doen voor de maatschappij en voor onze ouderen. Zij zien de mensen om zich heen steeds meer wegvallen; hun wereld wordt kleiner. En door de vorderende dementie, raken zij zichzelf ook kwijt. Ik vind het fijn dat ik deze ouderen het gevoel kan geven dat ze nog meetellen. Ze verdienen het!

Defensie en ouderenzorg zijn twee verschillende werelden. In dienst heb je te maken met hiƫrarchie en rangen en werk je met gezonde mensen. In de ouderenzorg is dat niet het geval. Toch zijn er raakvlakken. Je zit in een team en je moet het met elkaar doen. Iedereen voert een onderdeel uit van het proces en iedereen is belangrijk. Hierin staat de zorg voor mensen centraal.

Door mijn voorkomen ben ik voor de cliƫnten een opvallende verschijning, maar ze kennen mij inmiddels wel. Als ze mijn tatoeages zien, willen ze eraan voelen of ze vragen 'Wa hedde gij veur schilderijen? Doet dat pijn?' Mijn hart ligt nu bij defensie, maar in wezen ligt mijn hart bij de zorg voor mensen, dus wie weet kom ik ooit weer eens terug!"